Stefania van Lieshout verhuisde vier jaar geleden met haar gezin naar Malaga, in het zuiden van Spanje. Volgens haar is het de ideale plek om te wonen: strand en zee op loopafstand, 300 dagen per jaar zon, de bergen op tien minuten rijden van de stad en een historisch centrum met restaurant, terrasjes, musea, enzovoorts.
Door het subtropische klimaat is het het hele jaar door groen. Er staat er altijd wel iets in bloei: de bougainville; oleander; jasmijn, de wilde sinaasappels of de adembenemende jacaranda in mei. In de winter gaat ze wanneer tijd en haar portemonnee het toelaten skiën in de Sierra Nevada, ’s morgens staat ze dan op de piste en met een beetje geluk ligt ze ’s middags aan het strand. Als hobby blogt ze over reizen, wonen in Spanje en ‘haar’ stad Malaga en werken doet ze ook nog af en toe en wel in haar eigen bedrijf, Tulipán Relocations. Twee jaar geleden is ze hiermee gestart omdat ze haar ervaring met verhuizen naar het buitenland wou gebruiken om andere mensen te helpen. Spanje is inmiddels haar zevende land. Behalve in Nederland heeft ze in Engeland, Syrië, Oman, Maleisië en Rusland gewoond. Ze geeft praktische hulp aan particulieren en bedrijven die zich vestigen in Malaga en omgeving. Ze assisteert met de administratieve (immigratie) rompslomp, geeft advies en helpt o.a. met het vinden van een huis, school voor de kinderen en het starten van een bedrijf.
De vijf van Stefania:
Als je aan Malaga denkt ligt het voor de hand om het Picassomuseum te noemen als een van de hoogtepunten van de stad aangezien de kunstenaar Pablo Picasso hier geboren en getogen is of anders het Carmen Thyssen museum, het speeltje van de exorbitant rijke barones Carmen Thyssen. Dus dat gaan we niet doen. Het probleem is dat de mevrouwen Nomad & Villager graag een genummerde lijst willen en wel van een tot en met vijf. Dat is lastig. Niet omdat er geen vijf hoogtepunten te noemen zijn, maar om ze in volgorde van voorkeur te zetten.
1. Gibralfaro & Alcazaba & Romeins theater
Het beste uitzicht over de stad heb je vanaf de top van de berg de Gibralfaro. Je kijkt uit over de haven, het historische centrum en de omgeving van de stad. Hier zie je pas goed hoe groot de kathedraal is. Op de top van de berg ligt het Alcazaba, een Moors fort, met de bekende elementen: fonteinen, patio’s, uitkijktorens en tuinen.
Van daaruit daal je af naar de stad via de ruines van het kasteel van Gibralfaro en kom je bij het Romeins theater uit. De toegang tot het theater via het bezoekerscentrum is gratis. Je kunt naar boven lopen of de lift nemen achter het gemeentehuis op calle Guillén Sotelo, dat bespaart een fikse klim
2. Het Brits kerkhof
Misschien niet echt iets waar de meeste vakantiegangers meteen aan denken bij een citytrip. Maar het kerkhof is met recht een bezienswaardigheid. Het werd opgericht in 1831 op initiatief van de Britse Consul in Málaga. Deze was geschokt door het gebruik om protestanten in het streng katholieke land ‘s nachts op het strand te begraven en de menselijke resten over te laten aan de genade van de branding en de wilde honden.
De graven zijn veelal geruïneerd door de tand des tijds en overwoekerd met jasmijn en bougainville. Betreden op eigen risico.
3. De haven (Muelle)
De opgeleukte haven is een relatief recente aanwinst van de stad. Vroeger was dit een lelijke overslagplaats waar de gemiddelde toerist niets te zoeken had. Nu is het omgetoverd in een elegant complex met jachthaven; wandelpromenade; botanische tuinen; winkelgebied en terrasjes met uitzicht op de kathedraal en Alcazaba.
Restaurant Kaleido (Muelle 2) heeft ’s avonds meestal livemuziek, een mooi uitzicht en lekker eten. Waarschijnlijk het beste restaurant van de stad is José Carlos García, deze heeft een Michelinster. De eetgelegenheid ligt in de haven op Muelle uno, oftewel pier 1. Voor ongeveer 45 euro krijg je hier een bijzondere viergangenmaaltijd.
4. De botanische tuin
La Concepción is een 150 jaar oude botanische tuin opgericht in 1857 door de Markies van Casa Loring en zijn vrouw. In het park groeien en bloeien meer dan 1000 verschillende soorten planten en bomen van over de hele wereld. Het park ligt 7 kilometer ten noorden van Málaga en is gemakkelijk bereikbaar met de auto of met de bus.
5. Het automuseum
Zelf ben ik totaal niet in auto’s geïnteresseerd, maar het Museo Automovilístico is echt iets aparts. Het gerestylede gebouw is een verbouwde tabaksfabriek, de oldtimers s zijn gepimpt met swarovskidiamanten, kleurtjes en andere toeters en bellen. Voor fashionista’s is er een vintage modecollectie.