Hij smokkelde ooit een recorder Oezbekistan binnen, leefde twee weken met lokale muzikanten in een Braziliaanse sloppenwijk en hij deed verslag van de 9/11-herdenking in New York. Vijf jaar lang werkte hij als presentator en programmamaker voor de inmiddels opgeheven omroep LLiNK. Een club waarvan hij zelf zegt dat het destijds als een geitenwollensokkenomroep werd gezien maar nu hartstikke hip zou zijn geweest met hun programma’s over duurzaamheid, local food, en bewust reizen.
In 2010 vertrok hij naar Sarajevo als Balkancorrespondent. “Ik ben geboren in Nieuw-Lekkerland, een slaperig dorp in de Alblasserwaard. Misschien is dat de reden dat ik nooit zal ophouden te reizen. Ik wilde weg daar, vond het al snel te klein en benauwend, te eenvormig. Ik trok als tiener Oost Europa in, met de trein. Rugzak op, met en zonder vriendin. Polen, Slowakije, Hongarije, Tsjechie, Bulgarije. En later, toen de oorlog op de Balkan bijna voorbij was: Sarajevo.”
“Mensen hebben me al ontelbare keren gevraagd: waarom de Balkan, waarom Sarajevo? En helemaal uitleggen kan ik ‘t niet. Het begon met een fascinatie voor het gebied, gevoed door de beelden op tv en in de krant. Een oorlog woedde op twee uur vliegen. Op één van m’n trips naar het oosten kwam ik in Pec, Hongarije.
Oorlog
Dicht tegen de Kroatische grens krioelde het er van de VN-wagens. De oorlog was daar aan de gang. Dichterbij durfde ik niet te komen toen. Heel vaak heb ik me afgevraagd waarom ik als puber zo werd geraakt door die oorlog daar. Misschien omdat het dichtbij was, misschien omdat ik me herkende in de Europeanen die daar beschoten werden, misschien omdat ‘t simpelweg onderdeel werd van mijn geschiedenis, zoals de muur viel in 89 en de oorlog op de Balkan uitbrak in 91.”
“Ik herinner me dat ik ontzettend moest huilen toen ik op het Nederlandse journaal beelden zag van het bombardement op de markt in het centrum van Sarajevo. Beelden van schreeuwende vrouwen, half geamputeerde ledematen, dode lichamen, wanhoop en onrecht. Ik heb me vaak afgevraagd waarom me dat zo raakte, waarom ik me zo betrokken voelde bij deze regio, bij deze mensen, bij deze oorlog. Ik kan dat nog steeds niet goed uitleggen, maar begrijp het zelf inmiddels wel. ”
“In 1999 reisde ik voor ‘t eerst naar Sarajevo. Alleen, ik had het net uitgemaakt met mijn vriendin, het was tijd voor een groot gebaar. Ik pakte de trein naar Belgrado, maar wist niet tot waar deze zou rijden. Op dat moment werd Belgrado gebombardeerd door de NAVO. Ik heb de krant nog, die ik in Zagreb kocht met foto’s op de voorpagina van brandend Belgrado.
Luguber landschap
Ik pakte de bus naar Sarajevo dat slingerde door een luguber landschap van dode dorpen, platgebrande huizen en karkassen. Tegelijkertijd was de schoonheid van de natuur indrukwekkend. Een verwarrende rit die me verdrietig maakte maar ook opwond. Want ik ging naar Sarajevo. En daar wilde ik zijn.”
“Sinds 1999 ben ik vele malen naar Sarajevo gereisd. Was het toen nog een stad in puin, met geblakerde torens en SFOR-militairen op elke straathoek. Nu, bijna 15 jaar later is het een fantastische stad, waar oost en west elkaar ontmoet, een eeuwige strijd voert en elkaar na een paar glazen rakija zingend in de armen valt. De Sevdah klinkt er door de straten, treurige liefdesliederen als de Portugese fado. De terrassen zitten er vol, de markten liggen er vol.
Niet met lijken, maar met fruit en groente, lokaal geteeld in de bergen rondom de stad. Er zijn inmiddels momenten geweest dat ik zonder erbij na te denken op de markt mandarijnen kocht, dat ik hard liep langs de Miljacka, m’n voeten zettend op de mortierinslagen in het asfalt zonder dat het me deed denken aan die beelden van toen. Sarajevo is een stad waar de oorlog nog zeer aanwezig is, de littekens zijn nog vers. Maar het is ook een stad die het mooiste van deze wereld, de ontmoeting tussen oost en west, in zich herbergt. ”
Thuis
“Nog steeds kan ik niet goed uitleggen wat mij steeds weer terugbrengt in Sarajevo. Maar nergens heb ik me meer thuis gevoeld dan daar. Wat ik graag zou willen duidelijk maken is dat Sarajevo vooral een kleine bruisende stad is nu, waar het niet gevaarlijk is. Rotterdam is gevaarlijker.
Natuurlijk is de infrastructuur nog niet op een niveau zoals wij dat gewend zijn, er zijn slechts enkele kilometers snelweg bijvoorbeeld. Er wordt hard aan gewerkt het land toegankelijker te maken, maar reken voorlopig nog op slingerende wegen en veel oponthoud. Daar krijg je wel een land voor terug met een werkelijk adembenemende natuur en inspirerende cultuur. Prachtige rivieren, meren, bergketens en dalen, moskeeen, kerken, musea en folklore. En zeer gastvrije mensen. Zeker buiten de stad word je bijna overal met open armen ontvangen, met eten, koffie en rakija. En vaak ook muziek.
De tips van Marcel:
1. Verdwalen
Sarajevo is geen grote stad. Snelwandelend heb je ‘t in een uurtje gezien. Maar toch zou ik adviseren om een paar dagen de tijd uit te trekken voor de stad. Neem de tijd te dwalen door de kleine straatjes van Baščaršija, het oude Ottomaanse centrum met z’n kleine winkeltjes, barretjes en werkplaatsen voor hout- en metaalbewerkers. Als je vanuit het oude centrum de Ferhadija volgt, de grote winkelstraat, wandel je zo een ander deel van de geschiedenis binnen.
Van de Ottomaanse kneuterigheid naar de grandeur van het Oostenrijks/Hongaarse rijk, die je doet denken aan Boedapest, Praag of Zagreb. Tenslotte, als je de Ulica Titova blijft volgen en door de sjieke wijk Marin Dvor wandelt bereik je net buiten de stad het communistische deel van de geschiedenis. Waar grote woontorens het beeld bepalen. Mooi is anders, maar schoonheid vind je ook daar.
Oh, en vergeet niet uit te gaan. Sarajevo heeft een niet groot, maar wel bruisend uitgaansleven. Drink je rakija bij Barhana, eet de beste biefstuk van de stad bij Noovi. Meng je onder de Sarajevo hipsters bij Galerija Boris Smoje en dans tot de ochtend komt bij Mucha Lucha of in gay friendly bar Pussy Galore!
2. Mostar
Mostar is onder toeristen de populairste stad in Bosnië. Vooral toeristen die aan de Kroatische kust verblijven maken dagexcursies naar Mostar. Zeker in de zomer is het oude centrum dan ook erg druk. In combinatie met de vaak hoge temperaturen in dat gebied van Bosnie, maakt het zeker in het hoogseizoen niet mijn favoriete spot.
Maar het is wel degelijk een mooi stadje. De brug, die in de oorlog aan puin werd geschoten, is kort na de oorlog weer opgebouwd uit het zelfde steen. De brug stond niet alleen op de UNESCO-lijst, het was en is ook een symbool voor het nieuwe Bosnië, dat door de internationale gemeenschap graag zo wordt gepresenteerd. Helaas is de werkelijkheid lastiger; Mostar is nog steeds een sterk verdeelde stad tussen Bosniakken (Bosnische moslims) en Bosnische Kroaten (katholieken) aan beide zijden van de rivier.
Maar.. als je naar Mostar gaat, pak dan de trein vanuit Sarajevo. Want die rit is wonderschoon. Het wordt op verschillende websites de mooiste treinrit ter wereld genoemd, en dat is niet overdreven. De vroege trein van 7 uur brengt je in drie uur door bergketens, langs meren en rivieren naar Mostar. Fantastische vergezichten vanuit een trein die nog herinnert aan het Joegoslavische verleden (ja, er mag gerookt worden) ‘s Middags gaat er rond 16 uur een trein terug naar Sarajevo.
3. Ga op wintersport
Sarajevo zal niet de eerste stad zijn waar je aan denkt voor een weekje skieën of snowboarden, maar Sarajevo heeft twee heel aardige skigebieden in de buurt. Olympische gebieden nog wel, want in 1984 werden tijdens de winterspelen in Sarajevo op de Bjelasnica en de Jahorina verschillende Olympische skiwedstrijden gehouden. Zeker het gebied op de Jahorina, ten oosten van Sarajevo, is de laatste jaren sterk verbeterd.
Verschillende nieuwe skiliften zijn aangelegd en met sneeuwmachines worden de pistes eventueel voorzien van verse sneeuw. Wat vorig jaar zeker niet nodig was, er lag een metershoog pak sneeuw tijdens de wintermaanden. Ook op de Bjelasnica is het goed skieën, de pistes zijn er iets pittiger, want steiler. De komende jaren wordt er in beide skigebieden gewerkt aan de faciliteiten. Ook de bereikbaarheid wordt verbeterd. Zo rijdt de afgelopen twee jaar een pendelbusje van het centrum van Sarajevo naar het skigebied op de Jahorina. Deze rit duurt nog geen 30 minuten.
Sarajevo is daarmee een onverwacht goede wintersportlocatie. Je kunt de twee skigebieden afwisselen en ondertussen genieten van de cultuur en het uitgaansleven in de stad.
4. Srebrenica
Niet echt een gezellige plek om vakantie te vieren. Maar als je meer wilt weten over de recente geschiedenis van het land, is het zeer de moeite waard om de bus naar Srebrenica te pakken. Je kent het verhaal, de enclave waar tienduizenden moslims naartoe waren gevlucht en beschermd hadden moeten worden door de VN-soldaten van het Nederlandse leger.
Mladic en zijn Bosnisch Servische leger trok de enclave binnen op 11 juli 1995, de soldaten van Dutchbat stonden met lege handen en zo’n 8000 moslims werden in korte tijd vermoord. Een groot deel van de slachtoffers is begraven in Potocari, even buiten het stadje Srebrenica. De meesten gevonden in massagraven of nog steeds zoek. Elk jaar nog worden er geïdentificeerde lichamen begraven. Dit jaar waren het er 400. Een indrukwekkende gebeurtenis.
Maar ook buiten de jaarlijkse herdenkingsceremonie en herbegrafenis is Potocari een plek om te bezoeken. De inmiddels duizenden witte grafstenen (paaltjes eigenlijk) naast elkaar maken op een indrukwekkende manier duidelijk welke waanzin hier heeft plaatsgevonden. Aan de overkant van de herdenkingsplaats bevindt zich de oude en verlaten compound van Dutchbat. Die oude accufabriek is op eigen gelegenheid te bezoeken.
Geen vrolijk uitje dus. Maar wel een indrukwekkende confrontatie met een van de zwartste bladzijden uit de Europese en Nederlandse geschiedenis.
5. Wees openminded.
Waar je ook komt in Bosnië, met wie je ook praat, bedenk je dat zeker in dit land niets zwart/wit is. Bijna iedereen die je spreekt, heeft de oorlog in de jaren 90 bewust meegemaakt. Of als kind, of als soldaat aan het front, of als vluchteling in een ander land. Bijna elke familie heeft wel iemand verloren tijdens de oorlog. Bosniakken, Bosnische Serviërs, Bosnische Kroaten hebben allen zo hun eigen blik op de geschiedenis.
In een land waar de oorlog nog zo aanwezig is, nog zoveel sporen nalaat, ontkom je er niet aan om er over te praten, dat gebeurt vanzelf, de geschiedenis is onderdeel van het heden. En juist omdat het allemaal nog zo vers is, is het nog onmogelijk om een geschiedenis vast te stellen die door alle partijen wordt onderschreven.
Bedenk je dat de oorlog nooit echt is uitgevochten, maar dat die is stopgezet door het Westen door een akkoord (in Dayton) te sluiten dat in ieder geval een einde maakte aan het bloedvergieten, maar er ook voor zorgde dat het land nu in een politieke impasse is beland. Het voert te ver om dat hier allemaal uit te leggen. Als reiziger is het ook simpelweg niet allemaal te begrijpen, het is een zeer complex land. Maar dat hoeft ook niet. Hou je ogen open, luister naar de verhalen van de mensen die je ontmoet en oordeel niet te makkelijk. En geniet.
6. En een extra tip.
Ik overweeg in 2014 verschillende ‘inhoudelijke reizen’ naar Bosnie te organiseren. In een kleine groep dwars door het land waarin ontmoetingen met lokale journalisten en andere burgers centraal staan. Niet langs de toeristische hotspots, maar een diepgaande kennismaking met het gewone leven in dit prachtige zuideuropese land. Wie interesse heeft stuurt alvast een mailtje naar