De verborgen politie van IJsland

De dames hebben een prangende vraag voor de politie van IJsland. Alleen... laat die politie zich niet zien. Zelfs een plan om zich uiteindelijk maar te laten arresteren is tot mislukken gedoemd.

IJsland – We droomden er van. Nachtenlang. Van die handboeien. We fantaseerden hoe ze met een doffe klik om onze polsen sloten en hoe we vervolgens met loeiende sirene naar het politiebureau van Reykjavik werden afgevoerd. Na een derdegraads verhoor, waarin een blonde god ons een half uur aan de subarctische kou zou blootstellen, zouden we huilend doorslaan en ze uitleggen waar het ons om te doen was.

Ze zouden ons verbaasd aankijken, het onderwerp in kwestie er nog even bij halen en dan zouden we elkaar gillend van de pret op de rug slaan en als vrienden uiteen gaan. Toch?

IJsland snelweg reisreportage Nomad and villager

Het plan was eenvoudig van opzet. Zodra we op de snelweg kwamen, zouden we vaart maken. Zo’n 150 kilometer per uur, het gebruikelijke gangetje van de fotografe. Op IJslandse snelwegen geldt een limiet van 90. “Ne-gen-tig kilometer? Per uur?”, had Nomad uitgeroepen. “Daar ga ik me echt niet aan houden!”

Ongewapend

Zoals ik al zei: het plan zelf was kinderlijk eenvoudig. Zodra de politie ons in het vizier kreeg zouden we de snelheid nog even opvoeren. Aangezien de IJslandse politie ongewapend is, was dit geen al te risicovolle onderneming.

Op het vliegveld van Reykjavik kregen we een auto van een zwijgzame Viking die er uitzag alsof hij zelf regelmatig op de achterbank van de IJslandse politie plaatsnam. En toen jakkerden we over het vulkanische asfalt richting Reykjavik.

De wind bulderde en trok boosaardig aan de auto. Regen gutste op de voorruit. “Slechts driehonderdduizend inwoners in dit land, geen wonder dat je niemand op de weg ziet”, zei de fotografe en zette de radio aan. Druppende gletsjermuziek vulde de auto. “Persoonlijk zou ik me met dit weer ook niet straat begeven“, zei ik. “Ja als je zo gaat beginnen, kun je als IJslander nooit de deur uit,” schamperde Nomad “In de zomer is het hier tien graden. Schijnen ze massaal op teenslippers en in korte broek rond te huppelen.”

Te hard rijden

Voor we het wisten stonden we voor het hotel in de haven. ‘Nou dat weten we dan ook weer”, zei de fotografe toen ze inparkeerde. “Je kunt dus rustig te hard rijden, er is niemand die het wat kan schelen, de politie al helemaal niet.”

We besloten onze tactiek te wijzigen, en de volgende morgen gewoon even zelf bij het politiebureau langs te gaan. Lang zo leuk niet, maar we hadden nog meer te doen. Bij de receptie van het hotel haalde de receptioniste haar schouders op. “Geen idee waar het hoofdbureau van politie is. Ergens in het centrum, denk ik”, zei ze behulpzaam.

De hoofdstraat van Reykjavik, de Laugadalur, was ondanks de straatverwarming zo goed als verlaten. Een man in skipak, die we in de verte de hoek om zagen komen, schoot direct een winkel in zodra hij ons zag. En ook een vrouw, eveneens in skipak, begon te hollen toen we aanstalten maakten haar wat te vragen. Die IJslanders moeten zeker eerst ontdooien’, zei Nomad en schudde haar hoofd in ongeloof.

#IJsland huisje in de bergen uit Politie van IJsland

Politie van IJsland

Een derde IJslander bleef gelukkig wel staan, maar moest ons teleurstellen. “Geen idee”, zei hij op de vraag waar het politiebureau was. En ook een man op de fiets die we aanhielden, moest het antwoord schuldig blijven.

Hebben ze eigenlijk wel politie in IJsland?”, vroeg ik de fotografe. “Ik bedoel: ze hebben ook geen leger.” “Nou ja”, antwoordde ze. “We hebben toch die foto’s gezien van de politie met geredde kittens op de voorbank?

De wind zwol aan en we stapten in de auto. Bij een benzinestation stopten we voor een plas voordat we de eindeloze weg langs de zuidkust zouden opdraaien. Op het toilet floepte eng blauw fluorescerend licht aan.

“Tegen junks”, beaamde de winkelbediende. “Hebben jullie die dan?” vroeg ik. “Eerlijk gezegd heb ik er nog nooit een gezien”, biechtte de jongen op.

Junks

“Maar jullie zien er een beetje als junks uit dus ik dacht ik doe even dat licht aan.” Misschien moet je de politie bellen”, bood de fotografe behulpzaam aan, maar de jongen schudde zijn hoofd. “Nee hoor jullie zijn gewoon buitenlanders. Daarom zien jullie er zo raar uit. Trouwens, ik weet het nummer van de politie toch niet.”

Onderweg naar het oosten dachten we na over de politie van IJsland. “De enige aanwijzing voor hun bestaan is een Instagram account waarop ze foto’s plaatsen van hun voornaamste taak: het redden van jonge poesjes”,  vatte ik onze kennis samen.

“Misschien moeten we op zoek naar een dier in nood”, zei mevrouw Nomad. “Pff”, zuchtte ik en staarde naar de lege vlakte voor ons. Waar haal je hier zo snel een beest vandaan?” “Pony’s”, zei Nomad. “Ze hebben pony’s. We kunnen ze bellen. Het noodnummer en dan zeggen we dat er een pony in de geiser ligt of zo.” Hmm, zei ik niet helemaal overtuigd. Misschien vinden ze dat juist lekker. Ze bakken hier vlees in geisers.” “Bakken vlees?”, herhaalde de fotografe. “Ik dacht juist dat ze bedorven vis aten. Een van hun specialiteiten is toch rotte haai?

IJsland pony reisreportage

Veiligste land

“Wist je trouwens dat IJsland het veiligste land ter wereld was, zei ik toen we voorbij Hvolsvöllur kwamen. Een klein stadje dat een grote rol speelt in de bloederige saga’s van het land. Vreemd eigenlijk dat al hun saga’s over moord en doodslag gaan. “Ja als je geen politie hebt kun je ook niemand in de gevangenis stoppen. Lekker veilig”, zei Nomad. “Wacht eens even, gevangenis! Dat is het. Ze hebben een gevangenis. Daar komen we langs. We kunnen het daar wel navragen!”

Terwijl we oostwaarts scheurden, werden we ingehaald. Een man wees op de auto. “Wat?”, zei Nomad geïrriteerd terwijl de man op de auto bleef wijzen. “Je hebt je licht niet aan”, zei ik. “Shit”, zei de fotografe toen de auto met een noodvaart weer optrok. “Dat was politie.”

IJsland Strokkur

We staarden treurig naar de verdwijnende achterlichten. We hadden in een auto met sirene afgevoerd kunnen worden. Pony’s zouden ons verbaasd hebben nagekeken, de Atlantische Oceaan zou misschien een golfslag overslaan. Maar wij hadden eindelijk de politie om opheldering kunnen vragen. Niet dus.

Gevangenis

In het vissersdorp Eyrarbakki stond de witte gevangenis vriendelijk tussen de bontgekleurde vissershuizen. “Wat zouden ze op hun kerfstok hebben?”, vroeg de fotografe.

“Geen idee”, zei ik, terwijl ik me hetzelfde afvroeg. Op het gazon voor de gevangenis lagen overal fietsen neergesmeten. Alsof de gevangenen die morgen op de fiets waren verschenen, zich in hun gestreepte boevenpakje hadden gehesen om vervolgens na een dagje haaienvinnen vouwen weer huiswaarts te gaan.

Toen we dagen later het vliegtuig terug naar Nederland pakten, hadden we geen politie gezien en nog altijd geen antwoord op de vraag of het waar is dat de IJslandse politie handboeien heeft met Hello Kitty stickers er op.

Gevangenisstraf

Op het smalle toilet van Icelandair las ik gedachteloos de teksten. Je mocht niet te veel zeep verspillen, je moest het wasbakje schoonmaken voor de volgende gebruiker. En het was verboden te roken op het toilet, waarschuwde een tekst. Wie zich daar niet aan hield kon in IJsland rekenen op een gevangenisstraf krijgen van maximaal tien jaar. Tien jaar?

“Ik ben er uit” zei ik, toen ik weer in mijn stoel plaats nam. “Ik weet wat die gevangenen op hun geweten hebben. Die hebben 10 jaar Hello Kitty voor roken op het toilet.”

Tekst: Anneke de Bundel – Beeld: Nicole Franken

 

WTC.nl - World Ticket Center. Elke reis, zo geregeld!