David Bronkhorst schreef een roman over zijn beroemde circusfamilie Het geheim van Carré en publiceerde onder meer in Sp!ts, Metro en Het Parool. Samen met partner journalist Chantal van Wees is hij verantwoordelijk voor de website de Literaire Toerist.
“Geef mij maar Amsterdam, en dan Amsterdam-Zuid in het bijzonder. Iedere keer als ik thuiskom van een buitenlandse reis, overvalt mij weer een groot gevoel van liefde voor deze buurt. Logisch, want ik ben er opgegroeid en woon er nog steeds. Ischa Meijer zong ooit:
Amsterdam-Zuid, Rivierenbuurt
Straten stromen door mijn hoofd
Papieren bootjes van verlangen
Varen richting jeugd
Tegenwoordig staat Zuid bekend als een walhalla van BN’ers, expatters die werken in de Zuid-as, persiflages op families uit het Gooi met drie kinderen en een bakfiets. Maar gelukkig wonen er ook nog kunstenaars, schrijvers, vluchtelingen, ouderen, gesjeesden en gekken. Men praat er met een Zuid r, in een soort ABN dat nergens anders gesproken wordt. Vroeger werd er nog onderscheid gemaakt tussen Oud-Zuid en Nieuw-Zuid, nu is het een groot stadsdeel. Het is een buurt getekend door de oorlog, joden die weggevoerd werden en Duitse officieren die de mooie losstaande villa’s bewoonden. Voor mij is het een buurt die een constant gevoel van nostalgie oproept, een buurt vol verhalen en markante persoonlijkheden, uniek in Nederland. Hier volgen mijn 5 tips:”
1. Martyrium
Het Martyrium is een van de beste boekwinkels van de wereld, tegenover Wildschut. Intiem, rommelig, met boekeneilanden en propvolle boekenkasten. Hier kun je nog terecht voor échte boeken. Hun ramsj afdeling is legendarisch, voor een paar euro is er altijd wel iets moois. Hoewel ik er eerlijk gezegd, door het overgaan op het lezen van e-books, ook niet meer veel kom. Zuid verandert maar eigenlijk blijft alles hetzelfde.
2. De Beethovenstraat
Ooit bijgenaamd de Brede Jodenstraat omdat er zoveel Duitse joden woonden. Grunberg woonde om de hoek, Herman Brood ook, die reed er altijd op zijn step doorheen. Toen ik jong was, werd er nog een verdeling gemaakt tussen goede en foute winkeliers. Bij sommige winkeliers ging je niet naar binnen omdat ze “iets” in de oorlog hadden gedaan. Dat weerhield de kinderen er overigens niet van om bij de speelgoedwinkel naar binnen te gaan, hoewel de eigenaar of zijn vrouw met je meeliep om er zeker van te zijn dat je niets zou gappen. Om de hoek is de Gerrit van der Veen school, het voormalig hoofdkwartier van de SD.
Met tramlijn 5 werden de joden meestal in de nacht van hier naar het Centraal Station vervoerd. ‘Tramhalte Beethovenstraat’ van Grete Weil gaat hierover. Grunberg’s ‘Blauwe Maandagen’ speelt zich voor een deel in de Beethovenstraat af, ook Herman Koch waagde zich aan de straat in ‘Red ons, Maria Montanelli’. Het bijzondere verhaal van de voormalig eigenaar van boekwinkel Van Rossum kun je lezen in de roman ‘De liefhebber’ van Hester Carvalho. De boekhandelaar was verslaafd aan crack, waardoor hij steeds meer geld nodig had.
Ook de kas van zijn boekhandel vertoonde steeds grotere tekorten, wat ertoe leidde dat zijn zakenpartner de samenwerking verbrak. Om zijn verslaving toch te kunnen financieren, werd hij bolletjesslikker. Hij werd gesnapt en belandde uiteindelijk in de gevangenis in Guadeloupe. De Beethovenstraat is in ieder geval nog altijd een straat met allure en met een verborgen tragisch tintje.
3. De Churchilllaan
Een wandeling over de Churchilllaan, vroeger de Noorder Amstellaan genoemd. Het is een brede, chique laan met ruime huizen, hoge bomen en een brede groenstrook. Hier vind je een schat aan beelden. Het was het toneel van de binnentrekkende Duitse bezetters en een paar jaar later van de Canadezen voor wie aan het Muzenplein een roestige wimpel waait.
Bij het binnenkomen van de laan begroet het beeld voor de eerste Nederlandse feminste Wilhelmina Drucker je. Er staat een beeld van Mahatma Gandhi, en op de brug beelden in de stijl van de Amsterdamse school; van een jongen met konijnen en er schuin tegenover het beeld van een steigerend paard. Verderop, bij de Apollolaan, heb je het jaarlijkse Art Zuid, de langste beeldenroute van Nederland. Binnen vijftien minuten loop je van de Churchilllaan naar de Apollolaan. Het is fijn wandelen, de verhalen liggen hier op straat, Gerard Reve wandelde hier, Etty Hillesum ook. Een goede plek om je gedachten te ordenen in de schaduw van de bomen.
4. Het Hilton Hotel
Er had oorspronkelijk een Rijksacademie van Beeldende Kunsten moeten staan, maar het werd uiteindelijk het Hilton Hotel. Herman Brood sprong er van het dak, John & Yoko hadden er hun befaamde Bed-In.
Je kunt zelf een nachtje doorbrengen in hun suite en vanuit je bed naar het plafond staren waar een vergroting van de cover van het album The Plastic One Band/Live Peace in Toronto 1969 te zien is. Voor de deur van het Hilton staat een kopie van het beeld De Denker van Rodin, net zoals er tegenover, in de Minervalaan, ook een variant op De Denker staat. Ik voel mij altijd heel vrolijk wanneer ik ze zie, denk dan: “De wereld is zo slecht niet.” Mijn zoontje roept altijd dat de denker zit te poepen.
5. Cafe Wildschut
Ik kom er eigenlijk niet meer omdat ze het verbouwd hebben. Vroeger was het een begrip. Art deco lampen aan het plafond, een glazen kast met taartpunten erin. Het heette vreemd genoeg ooit café Mussert, familie van de N.S.B. leider Anton Mussert. Ischa Meijer stond er begin jaren negentig altijd in zijn trainingspak te schreeuwen, om te shockeren maar ook om gezien te worden. Hij lachte altijd wanneer je hem dan aankeek. Tegenwoordig is het wat hipper, het interieur is grijs geverfd.
Het grote terras zit nog steeds gezellig vol wanneer de zon schijnt, maar op het moment dat de nabije advocatenkantoren leegstromen, heeft het opeens een hoog studentenkorps-gehalte. Het uitzicht is mooi, op de Roelofhart bibliotheek, waar ze de mooie oude boeken eruit hebben gegooid om plaats te maken voor glimmende bestsellers. Als je wil ervaren hoe Wildschut ooit was, kun je eigenlijk het beste naar café Schiller op het Rembrandtplein, hier is alles nog authentiek met nicotine-aanslag in de hoeken en schilderijen aan de muren.